"Ze zullen het nooit leren" : Waarom Belgie gedoemd is om in de eerste ronde van het WK 2002 te sneuvelen.
door Rik G.

Enkele weken geleden las ik mijn vorige, 4 jaar oude artikel na over onderschatte voetballers in Belgie. En ik moet eerlijk zijn: ik geef mijn vergissing over bepaalde zaken toe. Ik heb de kwaliteiten van Marc Wilmots destijds iets onderschat en die van Sandy Martens iets overschat. Anderzijds blijf ik bij het meeste van de verkondigde standpunten en kan ik enkel maar zien dat de situatie er niet beter op geworden is.

De meest schrijnende bewijsstukken zijn toch wel de eerste ronde eliminaties van Belgie tijdens de Wereldbeker in Frankrijk (1998) en tijdens de Europabeker in de lage landen (2000). Opvallend gelijkenissen zijn er te veel tussen deze twee gebeurtenissen om te doen vermoeden dat het om een toeval gaat.

Zowel in Frankrijk als in eigen land speelde Belgie in een zwakke groep. In Frankrijk was Nederland een te duchten tegenstander, maar ploegen als Mexico en Zuid Korea werden met de nodige minachting ingeschat. Hetzelfde gold twee jaar later, waar Italie als groepsfavoriet naar voren geschoven werd, maar Turkije en Zweden als een haalbare kaart beschouwd werden. En toch faalde Belgie tegen Turkije, Mexico en Zuid Korea. Een op vier dus, en dus uitgeschakeld!
Opvallend was ook het gedrag van de Belgische bondscoaches, die duidelijk niet van plan waren de hand in eigen boezem te steken. In Frankrijk verving Georges Leekens na 65 minuten de goed spelende en vlot lopende Enzo Scifo, terwijl oververmoeide spelers als Marc Wilmots mochten blijven staan. "Niet goed genoeg.", sneerde Leekens, "We hadden hem nooit mogen meenemen." En zo beleefde de vete tussen Leekens en Scifo een climax. Enzo Scifo werd voor de Belgische supporters dé zondebok bij uitstek voor de uitschakeling. Maar twee jaar later zou de aimabele Robert Waseige hetzelfde doen. Na twee wedstrijden met het duo Strupar/Mpenza te spelen, verving Waseige (onder druk van de Nederlandstalige pers) Strupar door Nilis. Strupar, kampend met zijn fysiek na een slopend seizoen, viel in de laatste 20 minuten in. Na de uitschakeling werd Strupar met de vinger gewezen, dat hij niet genoeg voor de ploeg gewerkt had. De emotionele Strupar, met het hart op de tong, verklaarde dat hij Waseiges beslissing niet begreep maar kon niet op begrip van Waseige rekenen. Voor Waseige een aanleiding om bij hoog en bij laag te beweren dat hij Strupar niet had mogen meenemen, de man die Belgie tijdens de voorbije oefenwedstrijden had gedragen.
Anderzijds toonden dergelijke voorvallen ook de zwakte van de Belgische bondscoaches en de Belgische voetbalstructuren aan. Waseige scoort op tactisch vlak niet al te hoog, en dat bewees hij tegen Turkije. Belgie, dat voldoende had aan een gelijkspel tegen Turkije, werd voor eigen publiek opgedragen om er snel een paar tegen de netten te trappen. Het Blitzoffensief mislukte, en in de hitte werden de Belgen door de fysiek sterkere Turken langzaam maar zeker opzij gezet. Ook Leekens had in Frankrijk al een aantal dubieuze selecties gemaakt, en slaagde erin om zonder enig systeem te spelen. De Belgische voetbalbond, onder leiding van Michel D'Hooghe, deed in deze moeilijke tijden alsof hun neus bloedde.

Waar gaat het dan uiteindelijk mis bij de nationale ploeg? Om te beginnen bij de selectie. Nog voor de selectie bekend gemaakt wordt, worden er al wat ruzietjes bekokstoofd door een aantal spelers. In 1998 was Scifo een twijfelgeval, maar werd onder druk van de sponsor toch in de selectie opgenomen. Luc Nilis, na op zijn communiezieltje beloofd te hebben dat hij als invaller zijn best zou doen, kon het toch niet laten na iedere wedstrijd te suggereren dat hij beter zou gespeeld hebben dan Strupar. Dan zwijgen we nog over Philippe Leonard en een aantal anderen. Iedereen die in de selectie was, wou een basisplaats en was niet tevreden met een invallerstatuut. Maar het vechten om die plaats gebeurde vooral in de pers en niet op het veld, een eeuwige kwaal van het Belgische voetbal.
Bovendien werden er telkens een boel spelers opgeroepen die met andere ploegen over transfers aan het praten waren, wat niet altijd de concentratie ten goede kwam. Maar Belgie is wat dat betreft tolerant, en in de ploeg is nooit genoeg discipline geweest om zoiets te bestraffen. (Tussen haakjes : de enige sanctie die ooit gebeurd is in een Belgische ploeg, was een boete voor een aantal spelers die de nacht voor de wedstrijd tot vroeg hadden zitten kaarten. Als ik me niet vergis, was dit voor de wedstrijd tegen Cyprus onder leiding van Paul Van Himst.).

Dan komt het moeilijke deel van elke analyse....wat doe je eraan. Een aantal zaken zijn voor verbetering vatbaar:
De trainerskeuze : neem een trainer met een grondige tactische vaardigheid en vertrek van een systeem. In tegenstelling tot een aantal anderen ben ik ervan overtuigd dat Belgie voldoende goeie spelers heeft, maar dat je een selectie moet maken in functie van je formatie, en niet omgekeerd. Het heeft geen zin om Mpenza in de spits te laten lopen als je de wedstrijd gaat domineren. Waseige is een tactische kluns. De wissel Valgaeren/Van Buyten tegen Schotland was het meest idiote dat ik in 15 jaar voetbal heb gezien, en Waseige mag Guy Thijs dankbaar zijn dat hij zijn konijnenpoot heeft mogen lenen die dag. Tegen Kroatie speelde Belgie met een dubbele flankbezetting terwijl bij Kroatie niemand op de flanken speelde, en zelfs dan mochten de twee backs nog niet naar voor trekken. Nogmaals: tactisch is Waseige niet bekwaam. Leekens was trouwens in hetzelfde bedje ziek.
De spelerskeuze : kies je spelers in functie van je systeem en laat ze op voorhand weten wanneer ze zullen spelen. Te veel spelers vertrekken naar een toernooi met het idee dat ze basisspeler gaan zijn, en zijn dan teleurgesteld dat ze slechts invaller zijn. Degene die basisspeler zijn, voelen zich dan weer boven alle kritiek verheven (Leonard anyone). Maar nogmaals: dit is niet de fout van de spelers zelfs, maar van de onduidelijkheid van de Belgische coach. Bovendien zou Belgie er beter aan doen om een aantal jongeren mee te nemen (tussen 18 en 23) en deze af en toe in grote wedstrijden te laten invallen. Enkel zo kan je testen wie tegen de druk bestand is. En ga er vooral van uit dat spelers hun plaats moeten verdienen op basis van wat ze in de nationale ploeg presteren, en niet wat ze in de krant beweren.

Het zou niet eerlijk zijn om dit artikel af te sluiten zonder een persoonlijke selectie voor een nationale elf. Als bondscoach Geerts zou ik principieel van een 5-3-2 formatie uitgaan, met twee centrale mandekkers en een libero die indien mogelijk inschuift. De ploeg zou er dan ongeveer als volgt uitzien:
Doelman : Geert De Vlieger (heeft ondertussen zijn plaats verdiend. Sterk op de lijn en degelijk voor een hoge bal)
Rechtsachter : Stijn Vreven (harde werker die zich offensief kan uitleven)
Libero : Eric Van Meir (traag maar geschikt voor dit soort formatie. Kan trouwens oprukken en vanop afstand goals maken)
Voorstopper : Joost Valgaeren (Jong, zelfbewust en stevig)
Voorstopper : Daniel Van Buyten (idem dito - moet wel dringend dat haarnetje verliezen)
Linksachter : Nico Van Kerckhoven (Indien hij fit is, heeft hij genoeg voetbalintellect om te beseffen wanneer hij naar voor kan gaan)
Centrum Middenveld : Yves Vanderhaeghen (Verdedigende middenvelder die vooral Van Meir achteraan moet vervangen als die oprukt)
Centrum Middenveld : Bart Goor (Meer aanvallend gericht...kan indien nodig uitbreken naar links)
Centrum Middenbeld : Marc Wilmots (hetzelfde als Goor...maar dan naar rechts).
Aanval : Bob Peeters (always a handful zoals ze zeggen. Groot, sterk, en kan soms een geniale inval hebben. Bovendien een geweldige gast om te interviewen)
Aanval : Emile Mpenza : veel talent en kan met 1 aktie een wedstrijd beslissen.

Reacties zijn altijd welkom.